zondag 12 augustus 2012

Visje eten in IJmuiden ~66km

Druk, druk, druk op het terras van De Pont. Een bestelling plaatsen gaat vlot, maar mijn koffie ook krijgen, tja, dat duurt dus een tijdje. De eerste enthousiaste fietser die aankomt is Agnes. Even later arriveert Hans en daarna Job. We delibereren een tijd over waar de rest is en waar we naartoe willen. Uiteindelijk volgen we Job’s idee om zoveel mogelijk via de Spaarndammerdijk naar IJmuiden te fietsen. Job voorop en Hans laat de route graag eens aan een ander over. Die Spaarndammerdijk lukt niet helemaal en de eerste stop is al in Halfweg, waar we een nieuwe uitspanning aantreffen: Kaatje. Schattig. Ja, langs de snelweg, de trein en ander lawaai, maar toch beschut met een ‘Engelse theetuin’. Ik bedoel stoeltjes in het gras en andere onder parasols. Echt een aanlegplaats voor fietsers. En met de mooiste, maar vooral grootste toiletruimte die ik ooit heb gezien. Leuk toeven daar (niet in dat toilet, maar buiten). We gaan weer. We scheren langs Spaarnwoude, scheuren (wind mee, nietwaar?) door Spaarndam, waar ik niet vaak ben geweest. Ja, tot de haven, een drankje en dan weer terug. Maar nu rijden we door en het is prachtig daar. We komen op paadjes die ik helemaal nog niet ken. Wat ons tempo tamelijk hoog doet zijn, is de gedachte aan: visje eten in IJmuiden. In IJmuiden worden we aangetrokken door de opgeknapte watertoren. Niet te missen. Job gaat op ontdekkingsreis en komt terug met de mededeling dat er appartementen in zijn/komen. Wat een fantastisch idee. Hopelijk is er een lift. We fietsen nog een rondje om de kerk en vinden nu dat we het toch echt hebben verdiend! We strijken neer op het terras van visboer Dolfijn. De uitbaters ontvangen ons hartelijk en we krijgen zelfs met moeite de hoeveelheid vis niet op. Pilsje/wijntje erbij. Heerlijk. En we trekken volk aan. Het kan ook aan de tijd van de dag liggen natuurlijk, maar het wordt hier almaar drukker. Vreemde types zitten daartussen. Een jongeman die zo uit een karikaturaal stripboekje lijkt te zijn weggelopen. Nou lopen, dat doet ie niet. Nooit, zo te zien. Hij is met de motor waarvan de olietank comfortabel zijn dikke buik ondersteunt. Het past maar net. Zelden zoiets gezien. Teveel visjes gebakken gegeten?
Agnes meldt vol afschuw dat ze dat hele eind toch echt en heus niet gaat terugrijden. Ze wil met de draagvleugelboot naar huis. Hans ook. Job niet en ik eigenlijk ook niet. Hoe vaak heb je zulk mooi weer? De tegenwind valt best, heus, echt wel mee. Oké, roept Hans, ik ga ook fietsen. We brengen Agnes naar het veer, waar een rij van hier tot ginder wacht. Nou meisje, de eerste boot vertrekt zeker zonder jou. Zoveel fietsen kunnen er niet mee. En de volgende komt over een uur. Wat wil je? Agnes kordaat: ik fiets ook mee. Nu begint ongeveer dezelfde discussie als bij de start: zuidoever is saai langs het industriegebied, noordoever eigenlijk ook. En we besluiten tot een perfect compromis: de zuidoever tot de pont van Driehuis. Oversteken en via de noordoever naar de Hempont. Dat blijkt nog gezellig ook, want we raken in gesprek met andere fietsers die grappen maken over turen op wegwijzers en aan toegeschoten helpers melden dat ze nergens meer Groningen zien staan. Haha. We vullen aan de overkant ons water aan en gaan verder alsof we net starten.

Job en Hans haken af, want die moeten in noord zijn. Agnes en ik nemen de pont die op ons ligt te wachten en rijden blijmoedig de laatste 6 km naar huis. Kwart voor acht thuis. Het was een schone dag dankzij Agnes. Want dat weten we inmiddels heel goed: als zij meefietst, blijft het weer utopisch. Een kort geklaag over zadelpijn, nemen we voor lief. Daar heb ik trouwens zelf ook last van. Agnes: chapeau. Moe, maar vooral rozig ga ik ‘even’ liggen… teneinde om halfnegen wakker te worden. O, wat zal ik straks na zomergasten lekker slapen.

-Marijke


1 opmerking:

Hans zei

In Japan zou mr. Kawasaki misschien wel een beroemde Sumo Wostelaar zijn geweest.