zondag 17 juli 2011

Schipper, mag ik overvaren

De meeste leden van onze club zijn het weekend weg. Kamperen en fietsen. Die zullen nat geworden zijn!
Hier schijnt de zon. Niettemin neem ik regenkleding mee naar De Pont en trek mijn regenbroek alvast aan. De weersvoorspelling is: wisselvallig. Ik zit nauwelijks op het terras of Job komt aanrijden. Leuk – ik had eigenlijk niemand verwacht. Ik stel voor naar het Noorderpark te gaan vanwege de zelfgemaakte bootjes en het meezingen met bekende liedjes. Is goed, maar Job wil eerst naar zijn nieuwe huis om wat spullen neer te zetten. We gaan en komen zeiknat aan. Hij doet meteen de schuifpui open, zet een stoel neer en dropt een verrekijker in mijn schoot. Oké. De regen stopt en ik kijk en ik kijk. Ik kan me moeilijk een voorstelling maken van de afstanden. Hoever is dat wat ik zie? Geen idee. Ik kijk door de kijker naar de koepel van het Sonesta en de daken en torens eromheen. Alles in diverse grijstinten. Links vooraan in beeld een groene boom. Achtergrond: een donkere lucht. Prachtig. Adembenemend zelfs. Ik roep Job om ook even te kijken. Nog geen minuut later ziet het er weer anders uit. De regen is gestopt en de zon schijnt op de nu glanzende Sonestakoepel en daken eromheen. Het is alsof je een langzame overvloeier ziet tussen een schilderij van Breitner en een van Van Gogh. Nou ja, zoiets dus. Job laat me een zevental tekeningen zien van een landschap dat verandert in de loop van een paar jaar. Van een idyllische boerenhoeve met spelende kinderen bij een vijvertje, een akkertje, wat koeien en een riviertje naar twee snelwegen met een bermpje ertussen, links een giga store en rechts kantoren. Tja, niet alle nieuwlichterij is een verbetering. Maar dat hier in noord nu ‘Europa’ staat met uitzicht over de stad, is fantastisch. Ik zit hier als toeschouwer in alle rust te kijken naar een levendige stad aan de overkant met lawaai en sirenes.
We fietsen naar het Noorderpark. Job wijst mij nog even de plek waar het ongeluk is gebeurd. 1 mei was dat en nu fiets ik weer. Niet ver, maar het gaat. Er is dus een evenement gepland met zelfgemaakte heen-en-weer varende objecten en muziek onder het motto: ‘kun je niet zingen, zing dan mee’. Maar het een gaat vanwege de regen niet door en het ander vindt nu plaats in de ‘huiskamer’. Er staat een vreemde meneer met een boa constrictor. Een jonkie hoor, nog geen 60 cm lang. Goh, wat leuk! Ik speel een hele tijd met het beest. Zo nieuwsgierig en levendig. Hij, of liever, zij (Eva) vindt het vooral lekker om over mijn regenpak te schuiven. Lekker glad zeker. Gaan we nu of blijven we nog even? We blijven nog even; de muziek begint. Nederlandse liedjes over Amsterdam, water, noord, de zee. We zingen luidkeels mee met ‘Sammy’ en brullen ‘Zij gelooft in mij’ tot de pauze en gaan dan weg. Streep door de balk: we komen droog thuis. Sterker nog, ik kan daarna halfbloot in de zon de krant lezen. Heerlijk.
Hopelijk hebben de kampeerders het ook prettig gehad. (?) 

1 opmerking:

Kampeerder zei

De kampeerders hebben zich ook prima in Steenwijk vermaakt. Vrijdag, zaterdag fietsen en zondag gewandeld. Het weer viel mij 100% mee. Weinig last van regen.